Bij het werken aan breedvormend onderwijs vertrekken we vanuit de intentie of pedagogische opdracht: wat beogen we voor kinderen?
We beogen het opgroeien van kinderen die verbonden zijn met zichzelf, de ander en de wereld, en vanuit hun eigen talenten en interesses van betekenis kunnen en willen zijn in de samenleving. Daartoe is het van belang dat kinderen zich in de volle breedte kunnen ontwikkelen, waarbij alle dimensies van hun mens-zijn (fysiek, sociaal, emotioneel, cognitief, creatief, spiritueel en ethisch) gezien, gewaardeerd en gestimuleerd worden.
Wat zijn daarbij fundamentele uitgangspunten voor goed onderwijs?
Breedvormend onderwijs vertrekt vanuit een holistisch mens- en wereldbeeld: je kunt kinderen (en volwassenen) niet los zien van hun omgeving en de verschillende dimensies van het mens-zijn niet isoleren. In de ontmoeting in het onderwijs neemt iedereen zichzelf mee als ‘heel mens’ en iedereen als zodanig zien en erkennen is nodig om daadwerkelijk met elkaar te verbinden.
De onderwijsprofessional vertrekt daarbij vanuit een pedagogische grondhouding. Daarmee bedoelen we vertrekken vanuit de pedagogisch vraag van het kind én vanuit vertrouwen. De leraar is voortdurend op zoek naar wat dít kind, in déze context, en op dít moment, nodig heeft en gaat daarbij uit van de mogelijkheden van ieder kind.
Breedvormend onderwijs is wereldgericht en beoogt de agency van kinderen te versterken: de leraar laat kinderen kennis maken met de wereld, en nodigt hen uit zich daar op hun eigen manier toe te verhouden. Kinderen ontwikkelen hun eigen stem en vermogen richting te geven aan hun leven, altijd in relatie tot anderen en wat de wereld van hen vraagt. Dat betekent dat ook de leraar oog moet hebben voor de omgeving, en betrokkenheid bij en verantwoordelijkheid voor de wereld toont.
Bij het vormgeven aan breedvormend onderwijs is de leraar zijn eigen instrument. Daarom is het essentieel dat ook de leraar zich als heel mens kan (blijven) ontwikkelen en voortdurend blijft reflecteren op het eigen handelen. Breedvormend onderwijs kan niet zonder intentioneel pedagogisch-didactisch handelen: het vraagt om goed lesgeven, beredeneerde keuzes in het curriculum, en balanceren tussen sturing en vrijheid.
In toekomstige publicaties zullen we uitwerken hoe deze intenties en uitgangspunten zichtbaar kunnen worden op verschillende lagen en domeinen van het onderwijs en welke processen bij kunnen dragen aan het vormgeven daarvan.