Hoe ben jij als leraar of opleider verbonden met de wereld en hoe draag je eraan bij dat leerlingen en studenten gezien worden, de ander en ‘het andere’ ontmoeten en zich kunnen verbinden?
Breedvormend onderwijs is wereldgericht onderwijs. Het nodigt kinderen uit om in de wereld te zijn (Biesta, 2022). Dat begint al op het plein en zet zich voort in het klaslokaal, waar doelgericht nieuwe vensters op de wereld worden geopend. De bagage die leerlingen vanuit hun eigen persoon en achtergrond meebrengen (funds of knowledge of buitenschoolse kennisbronnen) vormt hierbij een geweldig potentieel. In het begeleide onderlinge contact tussen leerlingen rijpen niet alleen de redelijkheid en verantwoordelijkheid die persoonswording kenmerken (Van der Ploeg, 2022), maar groeit ook een fundamentele ‘sense of belonging’: de ervaring deel uit te maken van een community en een bijbehorend gevoel van veiligheid en geborgenheid (Asher & Weeks, 2014). Die is essentieel om je plek te vinden in de leeromgeving en in de wereld (Dopmeijer & de Jong Weissman, 2021).
Biesta (2022) wijst erop dat leren en ontwikkelen op zichzelf richtingloze termen zijn. Van belang is te weten wát er te leren valt en waarvóór kinderen vorming nodig hebben. De pedagogische vraag van leerlingen is niet los te zien van de wereld waarin zij leven. De pedagogische opdracht die daarbij hoort, is het leveren van een dienende bijdrage aan de verschijning van het ‘ik’ in de context van de wereld. Biesta spreekt in dit verband van ‘subjectiverend onderwijs’, dat bij alle kwalificatie (kennis, vaardigheden) en socialisatie (ingroeien en het aanleren van verantwoord gedrag) uitdaagt tot subjectwording. Subjectwording heeft plaats wanneer leerlingen vanuit vrijheid en zelfstandigheid ervoor kiezen hun unieke bijdrage voor de groep of de individuele ander te leveren. Dit kan ook worden omschreven met het begrip agency.
De wereld, waartoe kinderen zich te allen tijde te verhouden hebben, kan een uitdaging vormen. Dit onderstreept volgens Biesta het belang van de klassieke functie van de school. Het is de plek waar leerlingen leren om te gaan met een diversiteit aan mensen en meningen die altijd de kans op polarisatie in zich draagt. Tussen de vaak meer homogene thuissituatie en een wereld gekenmerkt
door superdiversiteit en supercomplexiteit, functioneert de school als “halfway-house” (Biesta, gebaseerd op Hannah Arendt, 2022, p. 19) tussen het private domein en de wereld. De klassieke functie ervan is de overgang naar die brede en complexe wereld mogelijk te maken. Leraren kunnen leerlingen ondersteunen bij het zich verbinden met zichzelf, de ander en de wereld.
Voor goed leraarschap is het nodig het kind echt te zien en ook oog te hebben voor de eigen inbreng die leerlingen vanuit hun achtergrond in het onderwijsproces kunnen hebben en het actief bestrijden van hindernissen (‘adversity’) die participatie en ‘sense of belonging’ in de weg staan. Dit gebeurt in de eerste plaats wanneer de eigenheid van ieder kind niet als belemmering, maar als kans wordt gezien. Ieder kind brengt een eigen wereld (context) mee de klas in en kan vanuit die context een verrijkende bijdrage leveren aan andere leerlingen en het onderwijsproces, mits de leraar daar oog voor heeft en ruimte aan geeft.
Op collegiaal niveau is van belang dat de leraar zich niet terugtrekt of opsluit in de eigen individualiteit, maar voortdurend verbindingen zoekt met collega’s binnen de school en actoren buiten de school. Wereldgericht onderwijs vraagt namelijk ook om leraren en opleiders die verbonden zijn met zichzelf, de ander en de wereld. Zij laten dit bijvoorbeeld zien door zich te richten op samenwerking en gemeenschapsvorming, zowel in de klas, als in de school, de gemeenschap rond de school en de wijk waarin ze zich bevindt. Ook ontwikkelingen in de maatschappij worden door de leraar opgemerkt en pedagogisch ‘vertaald’ naar de klas (Dasberg, 1980). De (aanstaande) leraar beseft dat een leraar nooit cynisch mag zijn over de wereld, maar amor mundi moet uitstralen, hoewel dat soms ook verzet kan betekenen tegen maatschappelijk dominante normen.
De lerarenopleiding kan studenten laten oefenen met wereldgerichtheid door zelf ook wereldgericht onderwijs te verzorgen. Welke vensters worden er binnen de opleiding geopend? In de opleiding is aandacht nodig voor het leren omgaan met andersdenkenden, het overbruggen van verschillen en het ontdekken van de complexe verbondenheid waarin mensen leven en opgroeien. Een social justice benadering (Hosseini et al, 2021) kan bijdragen aan het signaleren en bestrijden van vormen van adversity en uitsluiting. De lerarenopleiding kan bijdragen aan een ‘sense of belonging’ van studenten en docenten door een gerichtheid op samenwerking en gemeenschapsvorming (Asher & Weeks, 2014), waarbij ook hier oog is voor de eigen context die eenieder meebrengt.