Aan de slag met lerende en onderzoekende organisatie

Breedvormend onderwijs vraagt om ruimte voor ontmoeting, onderzoek en ontwikkeling. Op deze pagina vind je een werkvorm, en vragen voor dialoog en reflectie die je helpen om aan de slag te gaan met de bouwsteen lerende en onderzoekende organisatie.

Vragen voor dialoog & reflectie 

  • Welke routines of structuren helpen jou om prioriteit te geven aan wat je belangrijk vindt in je werk?   
  • Nodig jij anderen uit om mee te kijken naar jouw onderwijs? Wat maakt dat je je hierbij kwetsbaar voelt en wat helpt om open te staan?  
  • Welke vragen heb jij zelf over jullie onderwijs en welke vragen hoor je van buitenaf over wat jullie doen?  
  • Voor welke onderdelen van jullie onderwijs voel jij je verantwoordelijk? En voor welke leerlingen?  
  • Als je met je team je onderwijs evalueert, waar hebben jullie het dan over? Waar kijk je naar om te beoordelen of het ‘goed’ is?  
  • Wanneer ervaar je verandering als kans en wanneer als bedreiging?  

Werkvorm: Sprookje 

Inleiding: Veranderen lijkt vaak rommelig te gaan, maar er zit regelmatig meer lijn in dan je denkt, als je daarbij stilstaat. Om een lijn voor de toekomst uit te zetten is creativiteit nodig. Daarvoor is het handig om je fantasie in te zetten en informatie, gebeurtenissen en rollen samen te brengen die jullie tot een bepaald punt hebben gebracht of kunnen brengen. Een fantasierijk verhaal zoals een sprookje, kan helpen.  

Voor wie: Een werkgroep breedvormend onderwijs, maar ook koppels of individuele docenten die willen nadenken over ‘hun verhaal’.

Doel: Helder krijgen hoe verschillende momenten en rollen samenhangen.

Tijd: 45 minuten. 

Werkwijze:  
Denk na over jullie veranderproces (naar breedvormend onderwijs), zowel in het verleden als in de toekomst. Welke sleutelrollen kun je herkennen? En zijn er ook sleutelmomenten?
Schrijf die elk op een post-it. Maak nu een poster met daarop: 

Er was eens……(ruimte)…..Op een dag……(ruimte)…..En toen ….(ruimte)……En toen…..(ruimte)…..En toen…..(ruimte). 

Schrijf de informatie en de situatie van de school na ‘Er was eens’. Plak de post-its in een logische volgorde in de lege ruimtes. Zijn er nog andere ruimtes leeg? Wat kan daar gebeuren of wie kan daar iets doen om een logisch verhaal te krijgen?  

Als op alle lege plekken een post-it plakt, ga het sprookje dan uitschrijven als een vloeiend verhaal. Je kunt daar best een beetje magisch bij denken! Ook humor werkt goed in een sprookje. Concreet en praktisch maken kan later nog. 

Als er meerdere sprookjes zijn gemaakt, lees ze dan aan elkaar voor. Help elkaar met feedback om het sprookje over jullie school nog logischer, leuker, vloeiender of magischer te krijgen. 

Ga dan na welke aanwijzingen er in het sprookje kunnen zitten voor volgende stappen. 

In het boek ‘Bouwen aan breedvormend onderwijs’ vind je meer vragen voor dialoog en reflectie. Bestel hier een fysiek exemplaar en download hier gratis het pdf-bestand van het boek.