Lerende en onderzoekende organisatie - Uit de praktijk

Hieronder staat een voorbeeld uit de praktijk bij de bouwsteen lerende en onderzoekende organisatie, waarbij projectleider Peter van Olst vertelt over de professionele leergemeenschappen op Driestar hogeschool. Wil je meer voorbeelden uit de praktijk lezen? Bestel hier een fysiek exemplaar of download hier gratis het pdf-bestand van het boek ‘Bouwen aan breedvormend onderwijs’.

Leergemeenschappen bij Driestar hogeschool

Projectleider Peter van Olst vertelt:  

“Bij het werken aan een breedvormend curriculum is een lerende en onderzoekende organisatie onmisbaar. Bij Driestar hogeschool kwamen we daarachter bij het werken aan onze meest recente curriculumvernieuwing. We beoogden een brede vernieuwing, maar stuitten op de realiteit dat de vakken zo stevig verankerd waren dat dit het samenwerken soms bemoeilijkte. Deze sterke verankering gaf vakdocenten autonomie en ruimte, maar zorgde ook voor een gevoel van onbehagen. Al te gemakkelijk ontstond immers een situatie met maar weinig verkeer tussen de vakken. Wisten we eigenlijk wel waar onze collega’s mee bezig waren? En belemmerde dat niet het zicht op de brede vorming van de student?  

Voor Driestar is brede vorming altijd een belangrijk onderdeel van het opleiden van leraren geweest.  Vanuit die visie werd enkele jaren geleden de intentie uitgesproken om vakoverstijgend samen aan professionalisering te werken, met het oog op meer samenwerking in het belang van de vorming van studenten. Vanuit bijna alle vakken werden collega’s bereid gevonden om mee te denken en te doen in een professionele leergemeenschap die zich eerst verdiepte in breedvormend onderwijs en daarna de titel ‘Rijk Onderwijs’ zou meekrijgen. Een eerste stap was het verzamelen van good practices – juist om ze uit te lichten, zichtbaar te maken en te benutten voor de toekomst. Een tweede stap was het oefenen met nieuwe ideeën en vormen van samenwerking. Een derde stap was het bespreken en evalueren van nieuwe praktijken in de opleiding. 

Wat de collega’s in de professionele leergemeenschap als bijzonder verrijkend ervoeren, was het idee van samenwerken aan nieuw onderwijs. De ervaringen namen we mee naar een brede module in het derde leerjaar – in het kader van de beroepstaak rondom het ontwerpen van onderwijs. Aan de hand van de brede vormingsbenadering krijgen studenten voortaan vanuit verschillende vakken inzichten en ervaringen aangereikt, op basis waarvan zij samenwerken aan onderwijsontwerpen. 

Om ook studenten zelf meer en beter te laten samenwerken, besloten we om in de professionele-identiteitslijn, waarin vorming centraal staat, voortaan te werken met kleine leergemeenschappen van studenten. Het individuele leerproces wordt daarin gekoppeld aan samenwerking met elkaar, het ondernemen van gezamenlijke activiteiten en het uitvoeren van collectieve opdrachten. Hieruit ontstaat een soort automatisch appel van de groep op de individuele student: eenieder is nodig voor het groepsproces. De leergemeenschappen worden in principe niet gestuurd of geleid door een docent, maar begeleid door een begeleider. Dat geeft soms nog wel wat worstelingen met zo’n nieuwe rol – en blijkt niet meteen in het eerste jaar altijd al aan te slaan en te werken. 

Het laatste maakt het noodzakelijk om telkens terug te grijpen naar wat de intenties van deze wijze van werken ook alweer waren en welk vormingsideaal we daarbij hadden: het vormen van leraren die de relatie met zichzelf, anderen en de wereld zoeken om ook op die manier kinderen te kunnen vormen.” 

Wil je ons of anderen helpen met jouw verhaal uit de praktijk? Mail dan naar w.vanwoerkum@nivoz.nl