Welke verantwoordelijkheid neem je als formeel of informeel leider, voor jezelf, de bredere onderwijsgemeenschap en je pedagogische opdracht? Waar richt je leiderschap zich op? Hoe bemoedig je anderen om hun persoonlijk en pedagogisch leiderschap te ontwikkelen?
Breedvormend onderwijs of subjectiverend onderwijs is in de eerste plaats onderwijs van mens tot mens. Het veronderstelt dat zowel de leerlingen of studenten als de volwassenen die met elkaar dit onderwijs maken als subject worden (h)erkend. Dat wil zeggen dat zij aangesproken kunnen worden als actieve actoren, die van zichzelf zijn en die verantwoordelijkheid (kunnen) dragen (Biesta, 2022).
Door hoe we zijn en wat we doen als volwassenen, dragen we aan kinderen en jongeren in ons onderwijs over wat we waardevol vinden, bijvoorbeeld op het gebied van kennis, vaardigheden, normen, waarden, tradities, perspectieven of handelswijzen. Het is belangrijk dat we ons niet alleen bewust zijn van onze waarden, maar ook dat we steeds blijven werken aan congruentie tussen wat we belangrijk vinden en wat we doen en vragen van onze leerlingen. Zo kunnen we het onderwijs een voorbeeld en oefenplaats laten zijn van hoe je op volwassen wijze vorm kunt geven aan het leven (Mayo, 2022).
Juist daarom vragen onderwijsprocessen, zowel in de school als lerarenopleiding, om pedagogisch leiderschap – leiderschap dat zich oriënteert op de pedagogische opdracht van het onderwijs en dat de voorwaarden schept waarin leraren zich gesterkt en bemoedigd weten om die verantwoordelijkheid op zich te kunnen nemen (Mayo, 2022). Gedeelde waarden zijn daartoe voorwaardelijk omdat ze richting en betekenis geven aan ons handelen, zorgen voor samenhang in de keuzes die we maken en helpen ons met elkaar verbonden te voelen (Andersen, 2022).
Pedagogisch leiderschap is niet exclusief verbonden aan formele leiderschapsrollen, maar van belang voor elke onderwijsprofessional die mee verantwoordelijkheid draagt voor de gezamenlijke opdracht en de ondersteuning van elkaar. Leiderschap kan gedeeld worden en in wisselende formele en informele rollen ingevuld worden.
Het bewaken van de pedagogische opdracht vraagt van een leider om verantwoordelijkheid te nemen en zorg te dragen voor het versterken van de congruentie tussen enerzijds de visie en intenties (doelen) van de school en anderzijds de vormen, inhouden en handelingspraktijken die ze met elkaar ontwikkelen (Mayo en Modderkolk, 2022; Cijvat, Snoek & Mayo, i.p.), zie ook intentioneel pedagogisch-didactisch handelen, bouwsteen 1. Bijvoorbeeld door zelf congruent te handelen, maar ook door medewerkers te ondersteunen en aan te spreken op het in de praktijk brengen van gedeelde waarden en ruimte te creëren voor reflectie en dialoog over waar dit wel of (nog) niet lukt (Andersen, 2022).
Het vraagt ook van leiders dat ze aandacht hebben voor hoe de waarden en doelen in het eigen onderwijs zich verhouden tot de waarden en doelen van de nabije en bredere contexten (bijvoorbeeld de gezinnen waarin de kinderen opgroeien, respectievelijk onze overheid). Dat ze zoeken hoe de omgeving benut kan worden om het onderwijs te versterken, en tegelijkertijd een beschermlaag vormen voor het team als verwachtingen van buiten belemmeringen opwerpen, door bijvoorbeeld systeemeisen op afstand te houden.
Als leider kun je hiertoe bewust inzetten op het ontwikkelen van processen die het werken vanuit gedeelde waarden versterken en stimuleren, zoals collegiale lesbezoeken en reflectiegesprekken. Ook kun je mensen in hun taakstelling tijd geven om dit te doen en het tot onderwerp van gesprek maken tijdens studiedagen, vergaderingen en ontwikkelgesprekken. Zo kun je al handelend en reflecterend met elkaar een professionele organisatie bouwen waarin je met en van elkaar kunt leren en waar je gedeelde verantwoordelijkheid en steun ervaart voor ieders bijdrage aan het onderwijs (El Hadioui, 2022, zie ook lerende en onderzoekende organisatie).
Om als team te kunnen werken aan en vanuit de pedagogische opdracht zijn zowel vertrouwen als moed nodig: vertrouwen in jezelf, in elkaar en in de leerlingen of studenten. Maar ook in de waarde van het uithouden in het niet-weten (Scharmer, 2018) in het kwetsbare en onvoorspelbare proces dat je iedere dag met elkaar aangaat om goed onderwijs te ontwikkelen en te geven (zie ook professioneel zelfverstaan).
Als leider kun je de mensen in de schoolorganisatie bemoedigen door voor te leven hoe jij je eigen handelen kritisch toetst aan je waarden en opdracht, door jezelf als subject – in al je kwetsbaarheid en kracht – te laten ontmoeten en aanspreken, door ook anderen daartoe uit te nodigen of aan te spreken en door steeds weer geduld te tonen en vertrouwen uit te stralen dat de trage, maar zorgvuldige pedagogische processen de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen.
Zoals hierboven al naar voren komt, is pedagogisch leiderschap belangrijk op alle lagen van het onderwijs, zowel binnen de school als binnen de lerarenopleiding. Dit vraagt in eerste instantie iets van het opleiden van leidinggevenden en is in mindere mate onderdeel van het opleiden van leraren. Tegelijkertijd kan pedagogisch leiderschap gezien worden als een kwaliteit die voor elke onderwijsprofessional van grote waarde is. Je vervult immers altijd een voorbeeldfunctie als volwassene in een lerende relatie en draagt met collega’s een gedeelde verantwoordelijkheid voor je leerlingen en onderwijsorganisatie. Dit betekent ook dat je als leraar of opleider de verantwoordelijkheid hebt om eigen morele afwegingen te maken en in dialoog met je omgeving tot professionele oordeelsvorming te komen om je gezamenlijke opdracht invulling te geven. Dit laatste kan ook in de opleiding voorgeleefd en geoefend worden.