Professioneel zelfverstaan - Uit de praktijk

Hieronder staat een voorbeeld uit de praktijk van de bouwsteen professioneel zelfverstaan, waarbij drie onderwijsprofessionals van de opleiding Spring vertellen over hoe dit een belangrijke plek krijgt binnen de opleiding. Wil je meer voorbeelden uit de praktijk lezen? Bestel hier een fysiek exemplaar of download hier gratis het pdf-bestand van het boek ‘Bouwen aan breedvormend onderwijs’.

De confrontatie met jezelf  

Professioneel zelfverstaan neemt een belangrijke plek in binnen de opleiding Spring van Hogeschool Leiden. Bas Rosenbrand (oprichter en docent), Hieke van Til (oprichter, teamleider en docent) en Mart Ottenheim (onderzoeker) vertellen:   

Bas: “De leerlijn Professioneel Zelfverstaan loopt door alle fases van de opleiding. Het gaat daarbij zowel over professioneel zelfverstaan als over de subjectieve onderwijstheorie. We hebben deze concepten van Kelchtermans zo centraal gezet omdat we aandacht willen voor het waarom in het onderwijs en de kwetsbaarheid van het beroep. Er kan zoveel gebeuren, je moet continu beslissingen nemen en je kunt het nooit precies goed doen. Daar willen we studenten bewust van maken en mee leren omgaan. Het verhaal over wie zij zijn is een vertrekpunt voor het gesprek over professionaliteit.”   

De opleiding start met het verkennen van onderwijsvisies en –concepten en het doordenken en formuleren van een eigen onderwijsvisie. Bas: “Zo zien studenten voordat ze de praktijk in gaan dat dat niet ‘de’ praktijk is, maar ‘een’ praktijk.”  

Mart interviewde studenten over de ontwikkeling van hun subjectieve onderwijstheorie: “Er werden verschillende bronnen genoemd: docenten van de pabo, collega’s van de stage, de stagementor en stagebegeleiders, maar ook eigen ervaringen en intuïtie. Zij zijn dus zelf ook een bron. Sommige studenten bespreken hoe zij les hebben gehad op de basisschool en wat ze daar positief aan vonden of dat ze het juist niet op die manier willen. Ook vertellen ze hoe hun opvoeding hun onderwijs vormgeeft en wat hen bijvoorbeeld met de paplepel is ingegoten. Meerdere studenten verwijzen naar ervaringen in hun vorige werk. De eigen onderwijsgeschiedenis heeft vaak zo’n diepgaande invloed, dat het van belang is hier vroeg in de opleiding zicht op te krijgen en deze in onderwijskundig perspectief te zetten. Hierdoor gaan studenten hun eigen ervaringen herinterpreteren en kunnen zij de nieuwe ervaringen die opgedaan worden in de stage ook sterker in een nieuw te formuleren onderwijstheorie plaatsen.”   

In de tweede fase van de opleiding gaan studenten de praktijk in. Wat ze daar tegenkomen kan soms best botsen met hun onderwijsvisie. Bas: “Het mag misgaan in de praktijk, graag zelfs. Studenten toetsen zo hun visie aan hun handelen en ervaringen met kinderen.” 

Hieke: “Er was een student die van mensen uit de praktijk hoorde dat ze de lat voor zichzelf te hoog legde. Ze wilde de wereld redden, maar merkte gewoon dat zo’n hoge lat niet haalbaar is. Dus wat zie je dan als je taak? Zo krijgt ze een pedagogisch perspectief op zichzelf.”  

In de laatste fase van de opleiding gaat het gesprek over congruentie: hoe kan ik mijn visie, intentie, onderwijsontwerp en handelen samenbrengen? Wat heb ik dan te doen richting de leerlingen?  Gedurende de opleiding zijn studenten zo steeds bezig met de vraag ‘Hoe versta ik mezelf in relatie tot mijn werk?’.  

Dat betekent ook dat zij zichtbaar moeten zijn, stelt Hieke, en dat is niet voor iedereen even makkelijk: “Er is zelfs een student gestopt die dit niet goed aandurfde. Maar daar gaat het wel om, je hebt de plicht om niet bang te zijn. Onze reden van bestaan is het moeilijke ‘leren omgaan met vrijheid’. Dat is het tegendeel van vrijheid blijheid. Het vraagt om volwassen in de wereld te willen staan en dat is veeleisend. Vrijheid is echt iets dat je moet leren. Dat vraagt iets. Maar dat proces is waanzinnig waardevol voor mensen die leraar willen worden. Omdat zij daarin ook de kinderen moeten begeleiden.  

De docenten binnen Spring proberen studenten te dragen in het proces waarin zij zichzelf tegenkomen in de praktijk en hun eigen zelfbeeld en rolopvatting ontwikkelen. Hieke: “We laten studenten bij het lezen van de leeruitkomsten zelf hun eigen opdracht formuleren: ‘wat moet ik doen en leren om dit te kunnen aantonen?’. Dat vraagt om eigen oordeelsvermogen en zicht op je verlangens en waarden en biedt zo een confrontatie met jezelf. Het is goed om dit ongemak te creëren bij studenten, omdat ze dit in hun vak ook gaan tegenkomen, maar het is wel een proces dat begeleiding vraagt. Het helpt om het klein te maken voor ze en goed af te stemmen op de gedachten van de student. Als docent en begeleider kijk je mee over de schouder en zie je daarbij soms meer dan de student.”   

Wil je ons of anderen helpen met jouw verhaal uit de praktijk? Mail dan naar w.vanwoerkum@nivoz.nl