Toetsing in beweging brengen

Toetsen en welkom heten

Hoe kunnen we de ontwikkeling van kinderen inzichtelijk maken voor derden? Is er een alternatief voor de gestandaardiseerde toetsen? En wat zou zo’n alternatief betekenen voor de kinderen en ons onderwijs?

Mijn naam is Saar Frieling. Als onderzoeker -namens Stichting NIVOZ en Hogeschool Leiden- bij het Whole Child Development programma (WCD), wil ik mijn kennis en ervaring delen met de mensen waar het om gaat. Ik wil verbindingen maken. Tussen wetenschappelijk onderzoek, politiek beleid en de onderwijspraktijk.
Verbindingen beginnen in het hart. Maar uit mijn onderzoek blijkt hoe moeilijk we het onszelf hebben gemaakt om vanuit dat hart te werken. En omdat de meeste leraren vanuit liefde voor de kinderen aan het werk zijn gegaan, botst dat met het beleid dat zich van het hart weinig aantrekt. Zoals de toetscultuur, die meer en meer algoritmisch van aard is geworden. In deze overmatige drang naar objectiviteit is geen ruimte voor het hart.

Logischerwijs kan ik over deze ontdekkingen dan niet een gestandaardiseerd, theoretisch onderzoeksverslag schrijven. Vandaar een serie persoonlijke blogs waarin ik scholen en mensen zichtbaar maak die ruimte creëren voor wat zij belangrijk vinden. Mensen die de dialoog – en soms strijd – aangaan met deze toetscultuur. Zoekend naar alternatieve vormen van evaluatie en verantwoording, in dienst van de ontwikkeling van het kind.

Mijn persoonlijke verslaglegging geeft u als lezer de vrijheid om er het uwe van te denken. En wie weet wordt u geraakt en brengt uw geraaktheid weer een ander radartje in beweging.

Lees de eerste blog van Saar Frieling.

Saar Frieling

Saar Frieling is programma-onderzoeker binnen het Whole Child Development-programma (WCD). De onderzoeksvragen waar zij zich mee bezighoudt zijn: ‘Hoe kun je de brede ontwikkeling van kinderen inzichtelijk maken?’ en ‘Hoe kunnen we met breedvormend onderwijs beweging brengen in een toetscultuur die op dit moment vooral bijdraagt aan versmalling en verschraling van het onderwijs?’  
De achtergrond waar vanuit Saar zich met deze onderzoeksvraag bezighoudt is een combinatie van studie en werk op het gebied van argumentatie en morele oordeelsvorming en haar ervaringen als docent, decaan en trainer in het vrijeschool-onderwijs. Het toegroeien naar ‘pedagogisch evalueren en verantwoorden’ combineert volgens Saar het maken van morele afwegingen (formatieve en summatieve beslissingen) én het kunstzinnige vormgeven van onderwijs.