Letterlijk: tegenslag. We beschouwen adversity als onevenredig veel reële en opgelegde belemmerende factoren in de verschillende levenssferen van kinderen (zowel persoonlijke en systeemfactoren).
Armoede, stress, en onveiligheid zijn bijvoorbeeld reële belemmerende factoren; maar deficiet denken, lage verwachtingen, vooroordelen, stereotypen, racisme, normativiteit vanuit een ander cultureel kader, ontkennen van verschillen en kansen zijn voorbeelden van belemmerende factoren die als het ware aan het kind opgelegd worden.
Verwerven van kennis, vaardigheden, waarden en houdingen (om toegerust te zijn voor deze wereld). Kwalificatie, socialisatie en subjectificatie staan niet los van elkaar, maar dragen juist in hun samenhang bij aan ontwikkeling.
Groepen gericht op professionele ontwikkeling, waarin samen gewerkt wordt aan een doel door middel van uitwisseling, reflectie en onderzoek over de eigen en gezamenlijke praktijken.
Participatief actieonderzoek is onderzoek waarbij het gaat om de participatieve creatie van kennis én actie. In participatief actieonderzoek werken de deelnemers (onderzochten) en onderzoekers samen aan het onderzoek, waarbij ze zich tot elkaar verhouden als subject-subject.
Participatief actieonderzoek is gericht op het verkrijgen van praktische kennis om daarmee individueel of collectief handelen en/of de situatie waarin dat handelen plaatsvindt te veranderen. Participatief actie- onderzoek leidt tot verandering en empowerment van de deelnemers.
Goed onderwijs vertrekt vanuit de pedagogische opdracht: dat waar onderwijs ten diepste voor bedoeld is (het waartoe). Whole Child Development (WCD) zou je kunnen zien als een specificering van die opdracht: we willen dat kinderen zich in (en vanuit) alle dimensies van hun mens-zijn kunnen ontwikkelen. We zien het als onze opdracht het verlangen te wekken en de mogelijkheden te bieden om, zoals ‘volwassen in de wereld te staan’.
Deel worden van bestaande tradities en praktijken, van manieren van doen en manieren van zijn (oriëntatie op hoe de wereld in elkaar zit en hoe we met elkaar omgaan). Kwalificatie, socialisatie en subjectificatie staan niet los van elkaar, maar dragen juist in hun samenhang bij aan ontwikkeling.
Vorming tot persoon of ‘persoon willen zijn’: het gaat om emancipatie en verantwoordelijke omgang met vrijheid. Om het ontdekken van wie je bent en wilt zijn in relatie tot de wereld; en vooral ook ‘hóe je bent’ in de wereld. Kwalificatie, socialisatie en subjectificatie staan niet los van elkaar, maar dragen juist in hun samenhang bij aan ontwikkeling.
Onderwijs waarbij kwalificatie en socialisatie in het licht staan van subjectificatie (zie onder). Dit is een voortdurend zoeken naar de balans tussen wat wenselijk is voor het individu (het kind, de student) en wat wenselijk is voor de wereld (zie ook wereldgericht onderwijs).
Onderwijs dat zich kenmerkt door een balans tussen wat wenselijk is voor het kind en voor de wereld (Om het verlangen te wekken en de mogelijkheden aan te reiken om volwassen in de wereld te willen en kunnen staan)
Een oriëntatie op WCD is een pedagogische oriëntatie: uitgangspunt is steeds de vraag wat goed en nodig is voor de ontwikkeling van kinderen, gegeven de omgeving en situatie waarin die ontwikkeling plaatsvindt en gericht op de ontwikkeling van kinderen in de volle breedte van hun mens-zijn.
De waardering voor de ‘hele mens’, vraagt om een holistische benadering, waarin onderlinge relaties en verbondenheid centraal staan: relaties tussen mensen, tussen de kleine en de grote wereld van het kind, tussen verschillende dimensies van het mens-zijn en (kennis)bronnen, en tussen mens en natuurlijke omgeving.
WCE is gericht op de integrale ontwikkeling van kinderen in en vanuit alle dimensies van het mens-zijn. Het schat alle dimensies van de menselijke ontwikkeling op waarde en stimuleert deze.
WCE is breedvormend onderwijs. Het biedt onderwijservaringen die op geïntegreerde wijze de verschillende dimensies aanspreken: de fysieke, sociale, emotionele, cognitieve, creatieve, morele en spirituele dimensie.
WCD vraagt om leraren die zich ook in alle dimensies van hun mens-zijn ontwikkeld hebben en verbonden zijn met zichzelf, de ander en de wereld (zie Whole Child Development).