Hoe kan onderwijs bijdragen aan het opgroeien van kinderen die verbonden zijn met zichzelf, met anderen en met de wereld? In het Programma Whole Child Development (2020-2025), werd onderzocht wat er nodig is om breedvormend onderwijs voor álle kinderen mogelijk te maken. Wat vraagt dit van scholen en van het opleiden van leraren. Daarnaast werd onderzocht waarom breedvormend onderwijs, juist voor die kinderen die opgroeien in sociaal economisch moeilijke omstandigheden, belangrijk is en wat dit vraagt van hun leraren.
Het programma werd gedragen door een bijzonder partnerschap tussen Stichting NIVOZ, vier lerarenopleidingen, een netwerk van scholen, het Kenniscentrum POP van Hogeschool Leiden en Stichting Porticus. Samen bouwden zij een oefenplaats; een plek om zelf te ervaren wat breedvormend onderwijs vraagt – van leraren, schoolleiders, opleiders en onderzoekers. In plaats van te werken met modellen of blauwdrukken, koos het programma voor een lerende aanpak: in leergemeenschappen en werkplaatsen werd geëxperimenteerd, onderzocht, geoefend en gereflecteerd. Onderzoekers fungeerden als critical friends en hielpen de ervaringen te verdiepen. Deze manier van werken gaf ruimte aan verschillen en contexten, en zorgde voor een gedeeld kompas.
Zo gingen onderzoek en praktijkontwikkeling hand in hand, en werden uitgangspunten en bouwstenen ontwikkeld, die helpen bij het vormgeven van breedvormend onderwijs, dat leerlingen in staat stelt zich in de volle breedte van hun menszijn te ontwikkelen.
Een van de belangrijkste opbrengsten van het programma zijn de zes bouwstenen voor breedvormend onderwijs. Deze groeiden organisch uit de praktijk van opleidingen, scholen en onderzoek. Ze geven taal aan de onderliggende pedagogische principes van onderwijs en vormen een gezamenlijk kader voor visieontwikkeling, curriculumontwerp, reflectie en professionele samenwerking. De bouwstenen bieden geen vaststaand recept, maar nodigen uit tot dialoog en contextspecifieke invulling. Ze maken zichtbaar dat breedvormend onderwijs niet alleen om inhoud gaat, maar om een bredere pedagogische cultuur: professioneel zelfverstaan, pedagogisch leiderschap, een lerende organisatie en een wereldgerichte pedagogiek.
De opbrengst van vijf jaar samenwerking is meer dan een verzameling projecten of tools. Het programma heeft een beweging op gang gebracht: een netwerk van opleidingen, scholen en professionals die samen werken aan onderwijs dat recht doet aan álle kinderen, in alle aspecten van hun menszijn.
Hoewel het programma in 2025 formeel is afgerond, zetten de partners het werk voort. Alle betrokken lerarenopleidingen hebben breedvormend onderwijs structureel opgenomen in hun curriculum en teamontwikkeling. Verschillende scholen blijven samenwerken met opleidingen. En NIVOZ bouwt verder aan nieuwe programma’s en netwerken om scholen te steunen in hun pedagogische opdracht, en blijft in partnerschap zoeken naar mechanismen om onderwijs menselijker en inclusiever te maken.
De beweging staat nog aan het begin, maar het fundament is stevig. De zes bouwstenen, de gedeelde taal en de opgedane ervaringen vormen een bron voor iedere school, opleiding of professional die wil bijdragen aan onderwijs dat kinderen helpt zichzelf, de ander en de wereld te leren verstaan.
Programmaleider Willemijn van Woerkum
Onderzoeksleider Aziza Mayo
Programmamanagers Iwanna Swart en Laura Bosch
Projectleider Marco Snoek
Projectleider Nynke Verdoner
Projectleider Peter van Olst
Projectleider Jael de Jong Weissman
Schoolleiders Erwin Bolt en Marlies Breijs
Schoolleider Olga Onrust, plv. Nienke Bezemer
Schoolleiders Camyre de Adelhart Toorop en Dirk-Jan van Dijk
Regisseurs Annelies Robben, Martijn Marsman, Sebastiaan van der Laan, Manon Kesseling, Thomas Bouter
Ieder kind verdient een goede ontwikkeling. Een leven waarin het zich goed voelt, en goed kan doen. Daarom is het belangrijk dat ieder kind gezien wordt als ‘heel mens’, met unieke eigenschappen, talenten, verlangens én uitdagingen.
Verder lezen